Schrijver
Het begon met brieven. Brieven werden een boek. Toen honderden artikelen. En nog een paar boeken. Handboeken over zeilen, zeilschepen en de zee. Maar allengs meer over zeilende mensen op zeilschepen, al of niet op zee. Want mensen drukken zich uit in hun keus voor een boot en in hun manier van varen. Boten als spiegels van karakters. Vaarstijlen als uitingen van wie ze zijn. Groepsspelers, solisten, despoten, dromers, leiders.
Bij schrijven zoek ik naar de meest heldere en veelzeggende beschrijving van wat ik van belang vind. Eerst smeer ik taal uit over scherm of papier. Dan volgt een proces van schrappen en verdichten, van schaven en slijpen. Steeds voel ik of het ritme me bevalt. Ik proef klanken en uitgangen. Dat is intens werk. De uiteindelijke tekst loopt als een paard in draf, jakkert of stuikt, afhankelijk van wat het verhaal nodig heeft.
Dagen later, als ik hem herlees, moet de tekst nog steeds goed zijn, anders begint het schaven opnieuw.